donderdag 7 oktober 2010

Digitale cultuur -zegen of vloek voor muziek?

Muziek in het tijdperk van digitale cultuur.

Muziek heeft door de eeuwen heen in veel verschillende vormen en culturen bestaan. Van de traditionele Aboriginal muziek tot volksmuziek in de Middeleeuwen, van klassiek tot gospel, van blues tot techno: muziek heeft altijd overleefd en zich aangepast.

Als we een blik werpen op de vele vormen van muziek die bestaan, valt op dat een bepaalde stijl misschien uit de mode kan geraken, maar dat ze nooit echt verdwijnt. De didgeridoo van de Aboriginals is nog steeds een gewild muziekinstrument en ook Middeleeuwse folk wordt in bepaalde kringen nog steeds veel gespeeld en gewaardeerd. Tevens zien we dat elementen van een oudere muziekstijl ook worden geïncorporeerd door nieuwere stijlen; luister bijvoorbeeld eens naar de gitaar geluiden in de elektronische muziek van de Fransman Vitalic of naar de disco tnues op het laatste album van the Editors. Dit zijn nog maar twee voorbeelden die redelijk mainstream zijn, maar in de marge wordt er volop gewerkt met veel verschillende vormen van muziek. We kunnen muziek welbeschouwd zien als een zeer hybride vorm van kunst, waar zowel stijlen als instrumenten op elke denkbare wijze met elkaar vermengt kunnen worden en waarin traditioneel opeens heel modern kan zijn.



Waar muziek altijd een zeer hybride vorm van kunst is geweest, maakt de huidige digitale technologie het helemaal mogelijk dat er schier oneindig kan worden geëxperimenteerd wat betreft klank, stijl en uitvoering. Niet alleen kunnen er steeds meer instrumenten digitaal worden aangesloten waardoor het geluid bewerkt kan worden, muziek kan zelfs zijn oorsprong vinden in digitale codering en ontspruiten uit bliepjes en gerausch. Is digitale muziek een compleet nieuwe stap in de geschiedenis van Muziek? Aan de ene kant zijn er in het digitale tijdperk veel nieuwe genres ontstaan, maar aan de andere kant lijken deze vaak voort te borduren op oude vormen van muziek. Vaak wordt er met digitale instrumenten een geluid nagebootst van een akoestisch instrument, zoals met een keyboard of een drumcomputer. Digitale beats kunnen in zekere zin worden opgevat als muzieknoten of als akkoorden, waarmee een nummer kleur en contour gegeven wordt. Zelfs een genre als noise, dat vaak wordt gezien als een digitaal geluid, heeft zijn oorsprong in analoge geluiden. De eenvoud en snelheid van muziek maken is misschien veranderd in het digitale tijdperk, maar een echt wezenlijk verschil met muziek uit de analoge tijd lijkt er qua muziek maken niet te zijn. Hoe zit dit eigenlijk met het luisteren naar muziek?

Zowel in gezelschap als voor het individu kan muziek een bron van plezier zijn. Muziek is een zeer sociaal gebeuren en kan mensen van velerlei pluimage bij elkaar brengen op de meest vreemde plekken. Toch kan muziek ook voor een eenzaam individu van grote waarde zijn. Opgeslagen op een geluidsdrager, uitgezonden door de radio of televisie of afgespeeld via het internet kan men persoonlijk genieten van zijn of haar favoriete muziek. Het was in de vorige eeuw over het algemeen minder vanzelfsprekend dat je de muziek van je favoriete artiest kon horen wanneer jij dat wilde. Wat de radio betreft was het hopen dat jouw muziek voorbij kwam op het moment dat jij luisterde, in ieder geval tot de komst van taperecorders. Op televisie begon MTV in de jaren 1980 met het uitzenden van videoclips, maar hier gold hetzelfde principe als de radio: het was wachten op muziek die bij jouw smaak past, en die kon maar beter niet te obsceen of alternatief zijn. Gelukkig heeft het consumentisme ook op problemen als deze een fantastisch antwoord klaar: men koopt een geluidsdrager met daarop de muziek van zijn of haar smaak. Van vinyl tot cassettebandjes en toen naar cd's: de muziekindustrie vaarde er wel bij. Op dit gebied heeft de digitale cultuur misschien nog wel de grootste invloed gehad wat betreft muziek. Waar de industrie aanvankelijk al bang was dat grote aantallen mensen muziek zouden overzetten op cassettebandjes, kon die vrees uiteindelijk ongegrond worden verklaard door het kwaliteitsverlies van de gekopieerde muziek. Een cassette haalde nooit de kwaliteit van een langspeelplaat of een cd en de behaalde kwaliteit verslechterde ook nog eens na vele malen afspelen. Van dit kwaliteitsverlies is bij het kopiëren van cd naar cd vrijwel geen sprake meer; zelfs bij het rippen van een cd naar mp3-nummers blijft de kwaliteit van zulk een niveau dat de muziekliefhebber slash consument er genoegen mee neemt.



Het principe van de huidige digitale geluidsdragers en de bijbehorende afspeel apparaten is voor de luisteraar nagenoeg hetzelfde als in het analoge tijdperk. Of mensen nu een cd opzetten of in iTunes een speellijst aanklikken, het gaat ze erom dat ze naar de muziek kunnen luisteren. De ervaring van dit luisteren lijkt echter wel veranderd. Ten eerste is er het gemak waarmee men tegenwoordig niet alleen muziek, maar zelfgekozen muziek kan luisteren. Men hoeft niet meer zeer vermogend te zijn om aan honderden albums te komen, men kan hier, al dan niet legaal, eenvoudig aan komen door een paar muisklikken en een snelle internetverbinding. De manier van verzamelen wordt hierdoor anders en daarbij misschien ook wel het doel. Voorheen kochten mensen voornamelijk de muziek die ze wilden horen, tegenwoordig kan die muziek een stuk goedkoper binnen worden gehaald en wordt het geld misschien wel meer gespendeerd aan special editions en mooi uitgevoerde box-sets. De koopervaring richt zich in zekere zin nog steeds op een object, alleen gaat het hierbij meer om de artistieke waarde van de visuele vorm dan om de auditieve inhoud. Het wordt daarnaast ook steeds comfortabeler om onderweg naar muziek te luisteren met de steeds kleinere gadgets waar mp3's mee afgespeeld kunnen worden. De verandering in de ervaring ligt op dit vlak voornamelijk bij het comfort, aangezien de walkman gezien kan worden als een middeleeuwse variant van de mp3-speler, waarbij een iPod niet alleen veel kleiner en functioneler is, maar met 128 artiesten erop hoeft er ook geen rugzak met extra bandjes mee te worden genomen. Dit is een aspect dat de muziekindustrie een stuk minder kan waarderen dan de consumenten. Er wordt steeds meer muziek geluisterd op steeds meer plekken, maar de traditionele muziekindustrie lijkt er steeds minder geld voor terug te zien. Dit lijkt zowel voor- als nadelen te hebben voor de artiesten. Aan de ene kant wordt hun muziek 'gestolen' en krijgen ze minder geld voor de verkoop van hun muziek; aan de andere kant krijgen ze een stuk sneller een grotere bekendheid en kunnen ze makkelijker aan de bak met hun live shows, waarbij ze dan ook weer geld binnen halen via hun merchandise. Mijn eigen ervaring wat betreft live shows de laatste jaren is dat deze steeds beter bezocht worden en met een veel grotere regelmaat uitverkopen dan een jaar of tien geleden. Voor de muziekliefhebber is het natuurlijk fantastisch dat er zoveel bands overal optreden. Een groot nadeel is echter dat de industrie toch vaak weer aan het langste eind trekt. In het geval van concerten zijn er enkele monopoliehouders voor de kaartverkoop die zowel de prijs als de administratiekosten van de kaarten kunstmatig hoog lijken te houden.



Het gaat te ver om te spreken van een Copernicaanse revolutie in de wereld van muziek, maar op een aantal vlakken lijkt er toch sprake van een verandering in de ervaring. Daarnaast levert de nieuwe technologie interessante vragen op omtrent de cultuur industrie van muziek. Hoe om te gaan met copyright? Wil men nog wel betalen voor muziek als object? Betalen we straks alleen nog maar voor muziek als ervaring, als evenement? En is al dat digitaal gratis is eigenlijk wel zo gratis? Volgende keer een recensie van het boek Animal Spirits. A Bestiary of the Commons van Matteo Pasquinelli, die in zijn boek de dierlijke instincten beschrijft van zowel de cultuur industrie als van de 'free culture' kunstenaars. De zogenaamde 'cultuur van gratis' is soms minder onafhankelijk van de industrie dan het lijkt.

2 opmerkingen:

  1. Mooi stuk!
    Ik vind het altijd heerlijk om te zien hoe "de industrie" ons aan de ene kant voorziet van mp3-spelers met 100GB opslagruimte en diverse mogelijkheden om onze gigantische collectie aan muziek te categoriseren, maar tegelijkertijd verwacht dat we dit allemaal legaal kopen. Dit is praktisch niet mogelijk; doorsnee luisteraars kunnen 100GB (circa €30.000) aan muziek niet veroorloven.

    Verder: de uitgebleven verwachtingen van het effect van de ontwikkeling van het internet op nieuwsmedia (een gigantische groei aan pluralisme) zullen denk ik ook bij muziek uitblijven: uiteindelijk keren mensen terug naar een aantal vaste bronnen; uiteindelijk zullen mensen een aantal muzikanten meer volgen dan anderen. Veel mensen kunnen simpelweg niet zo veel informatie/cultuur verwerken. Mogelijkheden om je breder te oriënteren lijken mij hier een goede aanvulling dan enkel een gevaar voor de artiest. Dit lijkt iedereen te begrijpen behalve de industrie (maar misschien is het voor een deel ook een kwestie van het juist wel of juist niet willen begrijpen aan beide kanten ;))

    Benieuwd naar het volgende blog!

    Someone Else

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor je reactie. Je kaart een mooi punt aan wat betreft de steeds grote opslagcapaciteit en de mogelijkheid om dat legaal te vullen. De industrie speelt eigenlijk gewoon heel handig in op de illegale download-woede. Het gevaar voor overkill is inderdaad ook aanwezig, net als met teveel informatie. Veel mensen willen of kunnen niet zoveel muziek/informatie doorploeteren om iets te vinden wat ze tof vinden. De meeste mensen krijgen dit het liefste op een presenteerblaadje aangereikt door de traditionele media, die nog steeds hand in hand met de muziekindustrie aan de knoppen draait.

    BeantwoordenVerwijderen