Afgelopen dinsdagavond was het dan zover: de Amerikaanse dj, producer en bandleider Matthew Dear kwam naar Amsterdam in het kader van zijn Black City tour. Op zijn gelijknamige cd creëert Matthew Dear een donkere atmosfeer, met geluiden die inderdaad een donkere, zwarte stad bouwen, met lege panden, verlaten straten en een Gotham-achtige sfeer. Gezien de plek waar Matthew Dear dinsdag optrad lijkt hij tijdens deze tour te kiezen voor locaties die zo als scène voor de film van zijn muziek dienst kunnen doen. Waar Matthew Dear op eerder werk vaak zeer uitgelaten klinkt, lijkt Trouw Amsterdam namelijk de ultieme plek voor een show van Matthew Dear in zijn huidige Black City gedaante: een industrieel pand, zware ijzeren trappen, hoge plafonds met zichtbare ventilatieschachten, een betonnen vloer. En donker. Erg donker. In de zaal een aantal willekeurig hangende tl-buizen en vanaf het podium een paar lampen de zaal ingericht, waardoor het podium zelf baadt in een bad van duisternis. Terwijl de dj These Are My Twisted Words van Radiohead opzet waan ik me in een Warholiaanse Factory, waarin gefragmenteerd licht en gefragmenteerde persoonlijkheden als figuranten dienen in een scène die zich eindeloos voortsleept zonder vervelend te worden. En dan moet de band nog beginnen...
Het duurt even voordat Matthew Dear opkomt. Deze tour speelt hij namelijk met liveband, wat inhoudt dat er uiteindelijk vier man op het podium staat. Om ze alle vier te kunnen zien dien je goed te kijken, want op Matthew zelf na staan ze vooral in het duisternis. Langzaam wordt een soort logo op de achtergrond zichtbaar. Het begint. De muziek is aanvankelijk donker, zoals op de plaat, maar dan met de heerlijke diepe bassen die alleen tijdens een live concert echt gevoeld kunnen worden. Het publiek is ondertussen naar elkaar toe gekropen, en van een gefragmenteerde veelheid verworden de mensen langzaam tot een geheel dat voorzichtig begint te bewegen, schuchter begint te dansen. De muziek wordt al snel een stuk opgetogener en de nummers worden uitbundiger gebracht dan dat ze op de plaat zelf klinken. Dit komt vooral door de live band die Matthew heeft meegenomen. Een trompettist zorg met heerlijke blaasklanken voor een fijne, lichte noot in de duisternis. De drummer en ook Matthew zelf zorgen met verschillende percussie voor een lichtvoetige dansbaarheid in de nummers en ook de samenzang tussen de bassist en Matthew creëert een gevoel van hoop. De mensen beginnen ondertussen steeds beweeglijker te dansen, kreten te uiten en verrast naar elkaar te kijken. De Factory komt tot leven en het lijkt bij één nummer wel of we verdomme in de Hacienda staan. Het is 1990 en we zijn in Manchester.
(gefilmd door Martin van Triest)
Af en toe begint een nummer donker, introvert, maar vrijwel iedere keer sturen Matthew Dear en zijn co-kapiteins het schip de majeurzee op. Het is Caribou, met een klein vleugje the xx. Matthew is weinig spraakzaam, spreekt een "You are beautiful" en stort zich op zijn muziek, zijn gitaar, synthesizer, microfoon, percussie instrumenten, tamboerijn, effectenpedalen. De muziek spreekt en hoe. Het fluistert schreeuwen van euforie en vertelt de mensen te dansen, te bewegen zoals een ieder dat voor zichzelf wil. Er ontstaat een onuitgesproken band tussen band en publiek, tussen de muziek en het gebouw, tussen Matthew Dear's Black City en Amsterdam. Na zo'n vijftig minuten wordt deze band heel even onderbroken wanneer de band het podium verlaat en er een brommende toon achter blijft, die aanhoudt, harder begint te brommen en zich vermengt met enthousiast geroep uit de zaal. Dan komt Matthew terug, alleen, en geeft zichzelf bloot in een samenspel van loops en effecten. Het publiek wil meer en krijgt meer en het geheel komt wederom samen en het is goed.
Dinsdagavond 14 december, en voor een ruim uur was Trouw Amsterdam een Black City, maar minder donker dan het klinkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten