maandag 15 oktober 2018

Interview met Imperial Triumphant

Observaties van het stedelijk kwaad

Waanzin gebeiteld in realisme. Imperial Triumphant uit New York City windt er geen doekjes om. Met hun steeds verder verfijnde duistere metal stompen ze steeds harder diep in de tere ziel. Vervlochten met de stedelijke omgeving zoeken zij de grenzen op van wat de luisteraar kan verdragen.


Ongemak, angst en aantrekkingskracht. Zomaar drie gevoelens die tegelijkertijd naar boven komen bij de eerste malen luisteren van het werk van de Amerikaanse band Imperial Triumphant. Waar hun oudere werk nog redelijk in het straatje van de wat meer geijkte black metal kan worden geplaatst, verzette de band alle piketpaaltjes met hun Abyssal Gods uit 2015. Zelden zo een serie onverwachte klappen tegen het smoelwerk gehad als bij het beluisteren van deze langspeler. In 2016 kwam er alweer nieuw werk uit: de ep Inceste, alwaar de wegen alweer nog maar ondoorgrondelijker werden. Aangezien de band nog geen optreden in Europa heeft gedaan (edit: de band speelt op Roadburn 2019), vonden wij het hoog tijd om eens een handreiking te doen naar de heren achter deze majestueuze malheur.



Anton Webern

Imperial Triumphant bestaat al een decennium en heeft op de verschillende metalblogs die het internet rijk is al vele hoge ogen gegooid. Toch is de band, die bestaat uit zanger/gitarist Ilya Ezrin, bassist Steve Blanco en drummer Kenny Grohowski, nog niet erg bekend in deze omstreken. Dat komt allicht door de moeilijk verteerbare kost die het drietal (dat lange tijd met nog een extra bassist en drummer muziek schreef) presenteert. In de tien jaren van het bestaan hebben de heren een aardige muzikale reis erop zitten. Naast black metal komen er invloeden van free jazz, avant-garde, doom en drone voorbij. Ezrin geeft duiding: “Onze muziek heeft een behoorlijke revolutie doorgemaakt. We zijn constant op zoek naar nieuwe mogelijkheden, naar nieuwe stijlen die we kunnen opnemen. Onze muziek bestaat bij de gratie van dissonantie, van een agressieve en technische manier van spelen. Niet in de zin dat we onze vaardigheden per se willen tonen, maar we zijn wel op zoek naar steeds nieuwe uitdagingen, om de grenzen van ons kunnen op te zoeken en die dan over te gaan. We zijn nu op een punt aangekomen waar het erg goed begint te worden, waar iedereen in de band ook zijn eigen onmisbare bijdrage aanlevert.” Die bijdrage wordt geleverd door muzikanten die allen zeer onderlegd zijn in het componeren van muziek. Ezrin heeft een diploma van de California Music Academy en allen zijn professioneel jazzmuzikant geweest. Dit zorgt ervoor dat de band bij het schrijven erg gericht is op structuren en hoe de muziek overkomt bij de luisteraar. Blanco geeft aan dat de brede muzikale ontwikkeling van de bandleden een groot voordeel is bij het schrijven van en nadenken over de muziek. “Het interessante aan onze band is dat alle bandleden erg onderwezen zijn in, en fan zijn van, de muziek die we aanhalen. Als iemand van ons bijvoorbeeld een componist als Anton Webern aanhaalt, weet iedereen gelijk wat er bedoeld wordt. Dat zorgt voor een zekere cohesie, waarbij we altijd ook het totaalplaatje voor ogen hebben. We richten ons niet zozeer op wat de individuele bandleden spelen, maar meer op het grotere sonische landschap.”



Metropolis

Dat landschap is er voornamelijk eentje in de urbane setting. Niet alleen het album Abyssal Gods, met het angstaanjagende artwork van Andrew Tremblay die op verzoek van de band een ‘monsterlijke stad’ tekende, maar het hele oeuvre staat zo’n beetje in het teken van de ontbindende kenmerken van de stad, en New York in het bijzonder. “Imperial Triumphant is geïnspireerd door de stad, door de urbane omgeving. Als ik New York in een woord zou moeten omschrijven zou dat ‘zwaar’ zijn. Soms is het de mooiste plek ter wereld, maar vaker is het een verstikkende plek.” We halen Léopold Lambert aan, die met zijn tijdschrift en blog The Funambulist filosofeert middels architectuur. In de stad, met zijn wolkenkrabbers en sloppenwijken, speelt het ruimtelijke (of een gebrek daaraan) een grote rol in heersende machtsstructuren. Ezrin en Blanco geven aan daar aandacht aan te besteden in hun werk en halen als voorbeeld de film Metropolis (Fritz Lang, 1927) aan. “New York, en vooral Manhattan, is een verticale stad, waar het geld hoog uittorent boven de armoede, die op straat of zelfs daaronder te vinden is. Het is een beetje zoals in Metropolis. De top van de gebouwen vormen de kwaadaardige kroon van de stad, daar waar het bedrog huist. Die film is een mooie verbeelding van hoe de stedelijke maatschappij is gestructureerd, hoe middelen zijn verdeeld.”
De band heeft in het verleden aangegeven een alternatief te willen bieden voor Satan, voor wie de mensen tegenwoordig in feite toch geen angst meer hebben. Ezrin ziet in de realiteit van de stad een andere bron van het kwaad. "New York is een stad waar enkele van de meest kwaadaardige zaken plaatsvinden en dan bedoel ik niet zoiets als duivelsaanbidding, maar het echte kwaad dat in de realiteit genesteld zit. Verschrikkingen die in deze stad gebeuren vinden niet plaats in een sprookje, maar in de horror van het werkelijke leven. Dat is de invalshoek die we gebruiken met onze muziek -het gebruiken van realisme als middel om horror te presenteren.” Een voorbeeld van wat Ezrin bedoelt is te zien in de videoclip bij het nummer ‘Crushing the Idol’. “Ik groeide op in een wereld van deftige privé-scholen, waarvan de buitenwereld alleen de glans ziet. Maar in werkelijkheid is iedereen verwilderd en zedenloos. Die shit die je in de video ziet, dat gebeurt de hele tijd in New York. Kinderen van een jaar of negentien die prostituees bestellen op een vrijdagavond, gewoon omdat het kan. En het gaat altijd ongestraft, want zo zijn de wetten van de wereld. Veel mensen waren onthutst na het zien van de video, omdat je personages ziet aan wie je een oprechte hekel hebt, maar die nooit hun verdiende loon krijgen. Wat dat betreft is het een spiegel van de realiteit.”



Rites of Spring

De horror van de realiteit. Of het besef daarvan. Het beluisteren van de muziek van de heren is alleszins een confrontatie. De eerste malen moesten we even doorbijten bij het aanhoren ervan. Een proactieve benadering was nodig om te achterhalen waarom Imperial Triumphant aanvankelijk tegelijk naar en intrigerend is. Maar de aanhouder wint en stapt een wereld binnen die verwondert en verslavend werkt. Blanco herkent dit in een eigen ervaring. “Wat je daar beschrijft is precies waar we naar op zoek zijn, in zekere zin. Ik herinner me een plaat van mijn vader, die een grote rol heeft gespeeld in mijn jeugd. Het was Rites of Spring van Igor Stravinsky. De eerste keer dat ik dat opzette was ik een klein kind en ik schrok me wezenloos... maar tegelijk kon ik het niet afzetten, ik moest er naar blijven luisteren. Ik was er door aangetrokken, recht door de angst heen, en de muziek werd een obsessie voor me en zodanig een blauwdruk voor hoe ik met muziek om ben blijven gaan. Als mensen dat hebben met ons werk, dat ze op die manier een verbinding ermee hebben, dan is dat voor mij een succes.” Het beeld van Herman Hesse en Abraxas doemt op: wie geboren wil worden, moet eerst een wereld vernietigen. “Voordat je kunt groeien, moet je je eerst ongemakkelijk voelen,” vult Ezrin aan. Wat dat betreft is de luisteraar bij Imperial Triumphant aan het goede adres. Hoewel er ook gelachen kan worden met de heren, zo blijkt als Blanco moeiteloos een opsomming geeft van steden in Nederland, Ezrin in vrolijke verbazing brengende. “Ik heb een paar jaar in Amsterdam gewoond, vandaar.”


(Auteur: Niels Tubbing. Oorspronkelijk verschenen in Gonzo (circus) #139)