maandag 26 maart 2012

Goed gesproken tijdens Vodafone Firestarters. "It is the artist that matters."

Vodafone Firestarters



Onlangs vond 5 Days Off weer plaats, het jaarlijks terugkerende festijn in Amsterdam dat zich probeert te richten op vernieuwende elektronische muziek. Vaak komt het erop neer dat er acts staan die of al lang bewezen hebben een belangrijke speler in de scene te zijn, of acts die in het voorgaande jaar zodanig gehypet zijn dat de festivalorganisatie er niet omheen meent te kunnen. Dit zorgt ieder jaar voor zeer geslaagde feesten in de Paradiso en de Melkweg, waar de programmering plaatsvindt, maar vernieuwend is het toch zeker niet te noemen. Wellicht interessanter is de randprogrammering. Naast muziek richt het festival zich ook steeds meer op (andere) vormen van kunst. Vooral de laatste jaren krijgt beeldende kunst in samenhang met moderne technologie veel aandacht, wat regelmatig interessante exposities of installaties oplevert. Ook wordt er, in navolging van het Amsterdam Dance Event (zo lijkt het), gepraat, gesproken en gedebatteerd. Zo was er donderdag 8 maart bijvoorbeeld een Vodafone Firestarters avond. Firestarters is een terugkerend platform waar onder leiding van een presentator verschillende gasten met elkaar in debat gaan over een verscheidenheid aan onderwerpen. Na eerder dit jaar bij de Amsterdam Fashion Week neergestreken te zijn, was nu ook 5 Days Off aan de beurt.

The Future of Clubbing

Firestarters vond plaats in De Balie, dat dit jaar weer als het zenuwcentrum van 5 Days Off fungeerde. Er stonden twee sessies op het programma deze avond, namelijk een debat over 'The Future of Clubbing' en vervolgens nog eentje over 'Het Amsterdamse nachtleven'. Voor sessie 1, over de toekomst van de clubscene, waren Dave Clarke, dj, en Myra Driessen, promoter van de Sugar Factory, te gast. De sessie werd gepresenteerd door Sander Kerkhof en Jojanneke van der Veer, beter bekend als Wannabeastar. Een interessante vraag die behandeld werd was of in het toekomstige uitgaansleven nog volstaan kan worden met gewoon een goed geluidsysteem en goede muziek, of dat het steeds belangrijker wordt dat alle zintuigen van de clubgangers worden geprikkeld. Steeds vaker speelt kunst een belangrijke rol tijdens dancefeesten en ook met (digitale) techniek wordt geprobeerd om er alles aan te doen om verveling bij het publiek tegen te gaan. Dave Clarke ziet zeker leuke initiatieven voorbij komen, maar waarschuwde wel dat het geen circus moet worden en dat de muziek toch wel het belangrijkste moet blijven. Volgens Wannabeastar hangt het erg van het soort publiek af dat je wil trekken. Myra Driessen was het hier mee eens en noemde het onderscheid tussen de mensen die voor een totale ervaring uitgaan en de mensen die net zo lief in een donkere technobunker met drie lampen staan, als de muziek maar goed is.


Toch is de opkomst van alle mobiele technologieën een niet tegen te houden golf die de clubs aan het overspoelen is. Aan de ene kant zien zowel Dave Clarke als Myra Driessen positieve aspecten hieraan, maar ze worden soms ook horendol van het gebruik van mobieltjes in de zaal en zijn in sommige gevallen wel voor een verbod op de dansvloer. Driessen wijst erop dat mensen meer bezig zijn met het opnemen van de avond met hun cameraatjes dan met het daadwerkelijk beleven van de ervaring. Clarke vindt dat clubs donkere plekken moeten zijn, gevaarlijk en met een randje. In zijn woorden wordt de clubervaring tam gemaakt, veilig genoeg om via Facebook aan vrienden en zelfs familie te laten zien. Er worden teveel foto's gemaakt van elkaar (Clarke: "Are they shooting for a website recognizethisass.com or what?) en er is te weinig aandacht voor de muziek. Weg van de dansvloer dus met de mobieltjes!

Een andere vraag richtte zich op de vraag of er nog steeds Superstar dj's bestaan. Driessen vindt dat er zowel een 'God is a dj' cultuur bestaat als een kleinere alternatieve scene, dus dat er zeker nog wel supersterren onder de dj's zitten. Wannabeastar vindt dat de benaming 'dj' eigenlijk een verkeerde is, omdat de meeste supersterren in het vak tegenwoordig bekend zijn geworden door hun producer-skills en pas op de tweede plaats een dj zijn. Clarke ziet de benaming als Superstar dj als een vorm van luie journalistiek. "Ze hebben mij ook vaak genoeg een superstar dj genoemd, maar ik vind dat je dan ook ladingen hoeren en drugs moet hebben en dat heb ik toch echt niet. Hoewel ik wel soms met een privé-jet vlieg!" Zelf stel ik nog de vraag aan Dave Clarke hoe hij tegen het 'synq-en' aankijkt, de techniek die ervoor zorgt dat een dj met een eenvoudige druk op de knop ervoor kan zorgen dat de BPM's gelijk lopen. Hij ziet dat het een democratiserend effect heeft op de dj-wereld, in de zin dat dj's die voor geen meter twee platen gelijk kunnen laten lopen nu toch een erg sterke set neer kunnen zetten, omdat ze wel gevoel voor muziek hebben en een fantastische sfeer weten neer te zetten. Maar er zijn ook dj's die zeer goed de platen gelijk kunnen laten lopen, maar totaal niet de diepte in weten te gaan met hun muziek. Iemand die dat wel kan is Speedy J, die zowel met vier decks tegelijk draait als een aantal extra tools gebruikt om zo iedere keer voor een unieke live-set te zorgen. "In the end it is the artist that matters, not the technology." Amen to that mr. Clarke.


Het Amsterdamse nachtleven



De tweede sessie was naar de mening van ondergetekende wat minder interessant, hoewel het affiche er op voorhand wel interessant uitzag. De twee presentatoren Kerkhof en Wannabeastar gingen dit keer in gesprek met de versgekozen nachtburgemeester van Amsterdam, Mirik Milan, en CDA-raadslid van Amsterdam Marijke Shahsavari. Tot verbazing van Milan vertelde Shahsavari gelijk dat ISIS, de vorige nachtburgemeester, wel eens op het stadhuis aanschoof om in gesprek te gaan met de gemeenteraad over verschillende onderwerpen. Milan was hierdoor positief verrast en vertelde te hopen ook daadwerkelijk serieus genomen te worden als nachtburgemeester. Een negatief punt bleek gelijk uit het gebrek aan invloed dat hij uit kan oefenen op het nieuwe Koninginnedag-beleid van de gemeente. Al langer bekend was dat de grote evenementen dit jaar uit de stad werden geweerd, maar nu blijkt dat ook kleinere evenementen, zoals op het Marie Heinekenplein en op het Amstelveld, dit keer niet op een vergunning kunnen rekenen. Alles uit naam van de veiligheid. Dit stokpaardje werd helaas het hele gesprek door Shahsavari opgevoerd, waardoor alles eigenlijk een beetje verzandde in de gulden middenweg. "Ja we willen veel maar we kunnen weinig want we moeten rekening houden met iedereen." Het was duidelijk dat Shahsavari gepokt en gemazeld is in de gemeentelijke politiek, want ze antwoordde overal, tsa, politiek correct op, waardoor er weinig vuur in het gesprek kwam.




Toch werden er nog een aantal interessante zaken aangestipt door Milan, zoals het geweld tegen homo's en de mogelijkheid van een soort mini 24-uurseconomie. Het geweld tegen homo's is helaas nog steeds een probleem in de stad en Milan zou graag zien dat er meer tegen wordt gedaan door de gemeente. Shahsavari erkende het probleem, maar geeft aan dat het tegelijk lastig is, omdat er gewoon te weinig capaciteit aan agenten is. Wel wordt er door wethouder Van Es (o.a. van Diversiteit, Inburgering & Integratie) aandacht aan besteed in de vorm van betere voorlichting al op de scholen. De idee is om aan het bestaan van een homoseksuele geaardheid ook bij seksuele voorlichting aandacht te geven, zodat kinderen er op jonge leeftijd al mee in aanraking komen en het onderwerp zo ook mee bespreekbaar wordt. Shahsavari was wel gekant tegen de idee van een 24-uurseconomie. "Wij van het CDA vinden dat er een gemeenschappelijk rustmoment moet komen, daar is de zondag voor bedoeld." Juist. Toch was ze niet geheel tegen een idee van Milan, die graag eens een experiment uit zou willen voeren met het bestaan van een 24-uurseconomie binnen in een gebouwencomplex, of een klein deel van de stad. Benieuwd of dat er ooit van gaat komen. Presentator Kerkhof probeerde hier en daar een beetje olie op het vuur te gooien door drugsgebruik aan te stippen, maar Milan negeerde de materie vrijwel geheel en Shahsavari was vrij resoluut over het onderwerp.

Al met al was het een leuke avond met interessante opmerkingen en visies, hoewel er de volgende keer misschien wel wat meer peper in mag en wat minder politieke beleefdheid. Het programma heet niet voor niets Firestarters...

donderdag 12 januari 2012

A Winged Victory for the Sullen krijgt Paradiso muisstil

A Winged Victory for the Sullen

+ Sleepingdog

Paradiso, Amsterdam
10-01-2012


Afgelopen dinsdagavond stond er een interessante act op het programma in de kleine zaal van Paradiso: A Winged Victory For The Sullen. Dit project van Dustin O’Halloran en Adam Wiltzie (Stars Of Lid) behelst een samenspel waarbinnen de mooiste elementen van ambient en klassiek tot elkaar komen.

Het voorprogramma deze avond is op zichzelf staand al de moeite waard om naar Paradiso te komen op deze druilerige dinsdagavond: Sleepingdog. Dit is één van de vele projecten van de Nederlandse Chantal Acda (die voornamelijk vanuit België opereert). Naast Sleepingdog speelt ze ook nog onder de naam Chacda en samen met Craig Ward vormt ze het duo True Bypass.

Sleepingdog staat, zoals eigenlijk al het werk van Acda, voor prachtige en ingetogen muziek. In deze formatie wordt ze bijgestaan door niemand minder dan Adam Wiltzie zelf, met wie ze samen het album With Our Heads in the Clouds and Our Hearts in the Fields heeft opgenomen. Sowieso is er aan grote namen geen gebrek op deze plaat, want Hildur Guðnadóttir neemt het cello-werk voor haar rekening.

Deze avond in Paradiso staat Acda (gitaar, piano en zang) samen met Wiltzie (gitaar) op het podium en worden ze op percussie ondersteund door Tom Lezaire. Wiltzie speelt gitaar, maar verwacht geen akkoorden of riffs van deze man, die bekend staat om het creëren van geluidslagen die zowel prachtig als beklemmend zijn. Ook in Sleepingdog vervult hij deze rol, maar de nadruk ligt op de pracht en met mooie open onderlagen vormt hij een sterke basis van de liedjes. Deze worden overigens schitterend ingekleurd door Acda, die met haar enigszins hoge en breekbare stem de luisteraars hypnotiseert.



(live in Eindhoven, 24 mei 2011, gefilmd door kkpgijsbers)


Het lichte akoestische gitaar- en pianospel en de gedetailleerde percussie maken de muziek af en wat bijna niemand voor mogelijk houdt gebeurt: Paradiso is stil, muisstil. Acda grapt dat ze dit heuglijke feit op haar Facebook zal gaan zetten: “Hollanders kunnen toch stil zijn.” Waarop ze, als bijna niemand in de zaal reageert, volgt met: “Iets te stil zelfs misschien…” Maar ze kan het haar publiek niet kwalijk nemen dat het niet uitbundig reageert op haar (nochtans leuke) kwinkslagen, want de mensen zijn betoverd door de wonderschone liedjes. Als de betovering uiteindelijk na het laatste nummer verbroken is, krijgt Sleepingdog een geweldig en verdiend applaus. Graag een snel vervolg.

Men zou bijna vergeten dat er nog iets op het programma staat deze avond, maar hoofdact A Winged Victory For The Sullen moet nog komen. Het album dat ze enkele maanden geleden hebben uitgebracht, simpelweg A Winged Victory For The Sullen getiteld, staat vol met drie kwartier auditieve schoonheid aan instrumentale muziek die het midden houdt tussen klassiek en ambient.

De twee vrienden hebben elkaar op een geweldige manier gevonden in deze samenwerking, die mede tot stand is gekomen door hun gedeelde rouw om het verlies van Mark Linkous (de man achter Sparklehorse pleegde in 2010 zelfmoord), met wie beide heren goed bevriend waren. Of de plaat een requiem is of een hoopvolle opening naar de toekomst durf ik niet te zeggen, maar de muziek weet je als luisteraar mee te nemen naar dromerige werelden en raakt je tegelijk in je fundament.

Rond half negen komt Adam Wiltzie terug op het podium, ditmaal met kameraad Dustin O’Halloran, twee violisten en een celliste. Dat de klassiek aandoende stukken live gespeeld gaan worden door een mini-orkest is natuurlijk geweldig, want dit geeft een stuk meer dynamiek dan als er slechts een tape wordt meegespeeld. Met O’Halloran links op het podium op piano, Wiltzie rechts op gitaar en de drie dames in het midden is het publiek deze avond getuige van een mooi samenwerkingsschouwspel tussen rasmuzikanten.



(Gefilmd door bubbagstring)


De muziek staat in feite natuurlijk al, maar met regelmaat zie je de muzikanten elkaar op het podium sturen, corrigeren en aanmoedigen. Hierdoor is het optreden niet alleen interessant voor de oren, maar kun je ook je ogen de kost geven. Helemaal omdat sommige nummers ook nog ondersteund worden door intrigerende visuals op een groot scherm. Maar toch blijft de muziek vanzelfsprekend de hoofdmoot. Het pianospel van O’Halloran is dan weer mooi, dan weer onheilspellend. Wiltzie creëert fijne lagen geluid die de nummers samen met het aardse cello-geluid een plek geven in het hier en nu, wat bijna ook wel nodig is met het hemelse vioolspel dat zorgt voor een meer ruimtelijke ervaring.



(Gefilmd door bubbagstring)


Sommige nummers zijn kort (te kort!), andere weer wat langer, maar het publiek weet zich wederom muisstil te houden. Hier staan (en aan de zijkant zitten) mensen die puur voor de muziek komen en de muzikanten het respect betuigen dat ze verdienen. Het helpt natuurlijk dat de muziek, meer zelfs nog dan op plaat, de luisteraar in vervoering brengt. Daarnaast is het moeilijk om de ogen af te houden van het geweldige samenspel tussen de drie dames en de twee mannen op het podium. De kleine knikjes, de lichaamsbewegingen, de sturende ogen -ze dragen bij aan een fantastische ervaring, hier in de kleine zaal van Paradiso, op een druilerige dinsdagavond. En dan te bedenken dat er nog steeds mensen bestaan die een avond tv kijken op de bank verkiezen boven een Erlebnis als deze…

(Geschreven voor Jimmy Alter)

dinsdag 13 december 2011

Thurston Moore creëert bijzondere momenten in De Duif

Thurston Moore

+ Head of Wantastiquet

De Duif, Amsterdam
12-12-2011


Rolling Stone plaatste hem op nummer 34 in de top 100 beste gitaristen aller tijden. Niet zozeer voor zijn technische spel als wel voor zijn kwaliteit om virtuoze geluidsstructuren te creëren. Ik heb het hier over Thurston Moore, gitarist/zanger van de legendarische altnoiserockers Sonic Youth, de band die Kurt Cobain inspireerde Nirvana op te richten. Moore stond afgelopen maandag met zijn solo muziek in de Amsterdamse kerk De Duif. Een mooie gelegenheid om eens polshoogte te nemen.

De Paradiso heeft al een aantal jaar een samenwerkingsverband met de Amsterdamse kerk De Duif. Hier worden vaker (pop)concerten gehouden in de fantastische neoclassicistische sfeer van de kerk die in 1796 gebouwd is. Deze avond staat Thurston Moore op het programma, de toch wel legendarische gitarist van de al even legendarische band Sonic Youth. Vanavond is hij echter solo, hoewel omgeven door een voltallige band. Als voorprogramma heeft hij deze tour Head of Wantastiquet meegenomen.

Er is veel ouder volk deze avond, maar toch ook genoeg twintigers die geinteresseerd zijn in het solo werk van Moore. De Duif staat vol met zitplaatsen, wat zorgt voor een intieme setting. Rond acht uur verschijnt Paul Labrecque op het podium, de man achter het project Head of Wantastiquet, met een prachtige electrische gitaar. Samen met een harpiste en een semi-akoestische gitarist begint hij aan het opbouwen van wat een mooie soundscape blijkt te zijn.

Er wordt slechts een nummer gespeeld, met een langzame opbouw. Na een minuut of tien wordt er pas percussie toegevoegd aan het geluid dat geweven wordt door de harp, de twee gitaren en af en toe een hoge, woordenloze zanglijn van Labrecque. Weer vijf minuten later voegt een violiste zich toe bij het geheel en ondertussen is de muziek bijna ongemerkt steeds voller geworden, steeds verder ingekleurd met details en herhalende mantra’s. Dan opeens is het voorbij, na een klein half uurtje. Meer krijgen we niet en Labrecque en de rest van de band lopen onder verdiend applaus het podium af.

De Duif is ondertussen zeer goed gevuld, hoewel het concert niet uitverkocht is. Toch zijn vrijwel alle stoelen bezet en staan er zelfs mensen langs de zijkanten en de achterkant. Even na negenen komt Thurston Moore dan het podium op, geflankeerd door dezelfde band die eerder Paul Labrecque begeleidde. Moore komt relaxed over en zet gelijk de toon voor de avond als hij commentaar geeft op zijn microfoonstandaard, terwijl hij deze repareert: “Als dit een computer was geweest, dan zou dit een lange avond worden...”


door MegaStormx


Voordat hij overgaat tot het eerste nummer ‘Queen Bee and her Pals’, draagt hij het uitgebreid op aan de inmiddels overleden beat-dichter Allen Ginsberg en en passant ook nog aan diens collega-vrienden Gregory Corso en William Burroughs, “who have always disputed the tyrants and have always considered themselves pariahs”. Het publiek luistert stil en lacht op de momenten van de grapjes -dit belooft een mooie avond te worden. De Duif is er ook een ideale locatie voor en de akoestiek blijkt perfect te zijn.

De tweede track die gespeeld wordt is ‘Psychic Hearts’ van het gelijknamige album uit 1995. Live verwordt dit nummer tot een Sonic Youth-achtig luisterspel, met een excentrieke vreemdheid die psychedelisch Brits klinkt, maar tegelijk ook doet denken aan het werk van the Fugs (waar Ginsberg ook aan gelieerd was). Een harp is wellicht niet het eerste instrument waarbij men moet denken bij noisy gitaarmuziek, maar vanavond laat deze harpiste zien wat het instrument allemaal nog meer vermag dan slechts engelen begeleiden.

Moore speelt geweldig en wordt ook fantastisch ondersteund door de rest van de band, die de muziek weet te laten leven. De Sonic Youth-achtige nummers nemen het publiek mee, weg vanuit de neoclassicistische stijl mee de Factory in, mee naar de wonderlijke wereld van Warhol. Dit laatste kan ook komen door het nonchalante haar en dito oogopslag van Moore, die soms wel iets van hem weg lijkt te hebben. De noisy muziek klinkt krachtig en er klinkt een zekere noodzaak in door, alsof eenzaamheid of gekte de maker op de hielen zit en het spelen van muziek de enige manier van verlossing is.

Het tweede deel van de show is meer ingetogen en de nadruk ligt meer op de nummers van het dit jaar verschenen solo-album Demolished Thoughts. Tijdens deze rustigere nummers hangt er soms een zweem van een Lou Reed of een David Bowie rondom Moore, die met zowel zijn spel als zijn performance laat blijken een groot muzikant en markante persoonlijkheid te zijn. Ondertussen zorgen de viool, tweede gitaar en percussie voor een warme kleur in de klanken.

Het spel van de harpiste is werkelijk wonderlijk te noemen. Het is geweldig om haar handen, vooral tijdens de snelle chaotische stukken die nog steeds af en toe opduiken, over de snaren te zien vliegen. Alsof ze middels haar harp op onnavolgbare wijze een web van lagen muziek fabriceert, een web dat de luisteraar omzwachtelt met een vredig gevoel. Een web waarin de luisteraar met geen mogelijkheid uit kan ontsnappen, maar dat ook totaal niet zou willen.


door arjenn


Ondertussen zingt Moore “I found a diamant in the gutter”, waarmee hij zijn eigen persoonlijkheid lijkt te reflecteren. Op momenten doet Moore denken aan Tom Waits, alleen dan in een versie die rustelozer is, psychedelischer en meer urbaan, industrieel wellicht. Dan een mooi moment: Moore ziet een jongen naast en onder het podium verdwijnen (richting de wc’s). Hij vraagt aan het publiek of het geen geweldige concertervaring zou zijn als je naar de wc gaat en vervolgens de hele band van het podium stapt en je achterna komt. Na een korte aarzeling kijkt hij de rest van de band aan zegt: “C’mon, let’s do it!” Zo gezegd zo gedaan en de hele band verdwijnt richting de wc’s. De jongen zal het hoogstwaarschijnlijk inderdaad nooit meer vergeten...

Het nieuwere en rustigere werk van Moore wordt sterk gespeeld, maar toch blijft het gevoel kleven dat hij nog sterker is op de heftigere momenten, waarbij het gevoel van vervreemding dieper aankomt bij het publiek dan de pracht van de meer ingetogen nummers. Twee maal draagt Moore poëzie voor tussen de nummers door, wat de toch al dynamische avond nog meer cachet geeft. “Rock n roll / poetry / and the girls lost in it”

De reguliere set eindigt met ‘Blood Never Lies’, waarna het gezelschap onder daverend applaus en donderend voetgeroffel van het podium verdwijnt. Natuurlijk is er een toegift, waarin Moore zelfs zijn jasje uit doet. In een tweede toegift gooit hij ook nog zijn stropdas weg, om vervolgens samen met de andere muzikanten een denderende en gewelddadige climax neer te zetten. Noisy, onaards en tegelijk een geluid dat iedereen doet beseffen dat ie hier en nu bestaat. Na anderhalf uur stopt de muziek dan daadwerkelijk, het publiek in de Duif achterlatend met een grote glimlach, beseffende dat ze getuige zijn geweest van iets bijzonders.

Geschreven voor Jimmy Alter

zondag 27 november 2011

From Lonely to Life

From Lonely to Life

Millions of years ago the earth was completely dark, there was absolutely nothing except for this dragon creature. The dragon was all alone, nothing and no one was around him. His name was Lonely. One day, when he was gazing upwards into a black sky, he saw a star falling down to earth. The star crashed into earth without any sound, and the dragon hurried towards the spot where the star fell.

The dragon was excited -he had never met anyone or anything in his entire life. The star saw the dragon and smiled at him. "Hello there dragon, my name is Wonder", said the star. "My name is Lonely", the dragon replied timidly. The star then told him that she came down to earth with a specific reason -to make the dragon wonder. She told him of dreams, of hope and light, of stories and songs, of waterfalls and forests. The dragon and the star spent hours and hours talking and listening, crying and laughing, singing and dreaming.



While time passed, the earth began to blossom with the dragon's dreams and hopes. Light was born, and water, noise and silence, and other creatures too. Colours embraced the once so empty and dark planet. The dragon gave life to earth with his hopes and dreams, gave soul to the planet, by wondering what kind of things there could be.

After some time, the dragon began to wonder about himself, and he came to a conclusion. He looked the star deeply into her eyes and said: "Wonder, I have changed. I am not me anymore. I am no longer Lonely. Who am I now?" The star replied with a smile full of life. "You are no longer Lonely indeed, my dear dragon friend. From now on, you are hopes and dreams, love and joy, imagination and the birth of your soul. From now on, you are Life". The dragon smiled and knew, he knew he was Life.

The star then started to ascend into the sky, telling the dragon she was proud of him. Now came the time for her to move on, to make other planets wonder, to make other dreams flourish into life. The star and the dragon said goodbye, both knowing that their lives were forever intertwined.

Long after the star Wonder was out of sight, the dragon turned around, sighed happily and muttered to himself his new name. "Life..." Now, it was time to live.

vrijdag 23 september 2011

Album recensie: Machine Head - Unto the Locust (2011)

Het is 23 september 2011. Het is zover. De machtige metalband Machine Head brengt vandaag haar zevende studioalbum uit: Unto the Locust. De verwachting is wereldwijd erg hoog, aangezien Machine Head al jaren metal maakt van ongekend niveau. Vooral hun vorige album The Blackening werd overladen met goede kritieken en iedereen in de metalscene vraagt zich af of de heren hun eigen werk kunnen evenaren of zelfs overtreffen. Nou, ik zal alvast verklappen: dat kunnen ze. Unto the Locust is een metal meesterwerk dat de lat bijna onmogelijk hoog legt voor andere bands.

Machine Head - Unto the Locust





Tracklist

1 - "I Am Hell (Sonata in C#)" 8:25
2 - "Be Still and Know" 5:43
3 - "Locust" 7:36
4 - "This Is the End" 6:05
5 - "Darkness Within" 6:28
6 - "Pearls Before the Swine" 7:19
7 - "Who We Are" 7:11

Robb Flynn opent het album met Latijnse zang op 'I Am Hell', dat bestaat uit drie delen: I) Sangre Sani, II) I Am Hell en III) Ashes of the Sky. De intrigerende opening van Sangre Sani wordt opgevolgd door een onheilspellende drum en Flynn's "I am death / arms outstretched" en de toon lijkt gezet. De eerste twee minuten zijn vooral indringend, maar nog vrij rustig. Na ruim twee minuten knalt de track echt los en worden we getrakteerd op een potje oldschool thrash dat loeisnel voorbij knalt. De typische Machine Head solo's en melodieuze stukken zorgen ervoor dat we weten met wie we van doen hebben hier, want de band klinkt meer thrash dan ze in tijden hebben gedaan. Het nummer is gelijk ook het langste van de hele plaat en de band geeft gelijk aan wat er nog meer verwacht kan worden. Geweldige opening!

Het album vervolgt met 'Be Still and Know' dat opent met helder en ruimtelijk gitaarspel en roffelende drums die de opmaat zijn voor een melodieuze aanpak. Na een minuut wordt er eerst volop en duister ingeknald, maar een halve minuut later opent de lucht zich bij het refrein...


and the sun will rise
dawn will break through blackest nights
(...)
this shall pass, be still and know

...dat gelijk ook het nummer openbreekt. Na het refrein wordt er gelijk doorgetrokken met scherpe riffs en vocals, tot aan de volgende opening van het refrein, dat iedere keer opbeurender lijkt te klinken. Het is het kortste nummer van het album, maar het blijft lang, lang hangen.

Dan 'Locust', het nummer dat als 'single' naar voren werd geschoven deze zomer, als voorproefje. In eerste instantie was dit nummer een beetje wennen. Aan de ene kant onmiskenbaar Machine Head, maar tegelijk klinken er nieuwe dingen in door. Inmiddels is duidelijk waarom het nummer niet direct overkwam als geniaal: er gebeurt zó veel! Van de stampende en voortstuwende drums van Dave McClain, de baslijnen van Adam Duce die een fundament van heb ik jou daar neerleggen, het duale gitaargeweld van Phil Demmel en Flynn die dan weer elkaar versterken en dan weer elkaar uitdagen, een gevecht aangaan... De vocals, die duidelijk maken dat Flynn zo enorm gegroeid is als zanger in korte tijd, maken het geheel af. Intens, hard, snerpend, bruut, maar ook: melodieus, engelachtig bijna. Alles lijkt te kloppen in dit nummer, dat opgebouwd is rondom een paar tussenstukken waar het technisch vernuft vanaf springt en die zorgen voor een perfect geraamte. Als na 5 min 30 de zang er weer inkomt ontstaat er een gevoel van euforie, dat nog groter wordt rond 6 min als de intensiteit van de zang toeneemt. "Suffer unto the locust" -met alle liefde. Tering zeg.


Het midden van het album wordt gevormd door 'This is the End', dat opent met een klassieke gitaaropening dat klinkt als een requiem. Er is echter niemand gestorven, wat blijkt na een minuut als Flynn schreeuwt en de thrash-elementen binnen komen knallen: "this is now / and I don't care about last year". Machine Head is flink aanwezig in dit nummer, dat van alle nummers het meest door blijft knallen. Stevig, sterk, lekker. Alle bandleden komen volop aan bod in deze track, waar vooral McClain zich de longen uit het lijf lijkt te spelen. Goede keuze om zo midden op het album te plaatsen.

Aangekomen bij 'Darknes Within' valt er al snel te horen dat we met iets bijzonders te maken hebben. De enigszins haunting klinkende ingetogen gitaaropening plaveit de weg voor een nummer dat steeds aan intensiteit toeneemt, maar tegelijk ook steeds ruimtelijker wordt. Flynn is hier enorm op zijn plaats als zanger en vooral als tekstschrijver, met regels die gewoon perfect kloppen bij de sfeer van de muziek.


we built cathedrals to our pain
established monuments to attain
freedom from all of the scars and the sins
lest we drown in the darkness within

Na dit stuk wordt het nummer voller, begint het steeds meer vorm te krijgen. Gitaar en bas bouwen een kathedraal met McClain op de drums als het fundament dat alles bij elkaar houdt. Als het refrein terugkomt klinkt Flynn's zang als de prelude naar een catharsis...


we built cathedrals to our pain
established monuments to attain
freedom from all of the scars and the sins
lest we drown in the darkness within

...en die komt in de vorm van het fantastische gitaarspel dat volgt. 'Darkness Within' is een nummer waar zang en muziek elkaars cement zijn en het geheel op zo'n ingenieuze manier bij elkaar houden dat we hier kunnen spreken van een ware klassieker. Dit is een track die muziekliefhebbers nog lang zal heugen en daarnaast onophoudelijk inspiratie zal geven. Classic!

Na het meer melodieuze 'Darkness Within' wordt er bij 'Pearls Before the Swine' weer uit een harder vaatje getapt. In vergelijking met de rest van het album is dit nummer het meest afwijkende. De overige nummers zijn globaal ingezien in te delen in thrash of meer klassiek en melodieus, maar 'Pearls Before the Swine' zit daar eigenlijk een beetje tussenin. Toch is het onmiskenbaar een track van Machine Head, met de gitaren die zoals gebruikelijk aan het einde van een riff net dat tikje omhoog gaan, de drums die heerlijk variëren in tempo en de zang van Flynn die hier meer klinkt zoals gebruikelijk. Hoewel er na het middenstuk een deel is waar Flynn zeer helder en vrij hoog zingt, wederom een bewijs dat hij als zanger enorm gegroeid is. Eigenlijk klinkt deze track gewoon als oldschool Machine Head en dat is een aangenaam vertrouwd gevoel.

Afsluiter van Unto the Locust is de knaller 'Who We Are'. Een Pink Floyd-achtig opening met kinderstemmen die we "this is who we are / this is what I am / we have nowhere else to go / divided we will stand" horen zingen over een fanfare-drums op de achtergrond, een Spaans gitaar, strijkers en blazers. Dan knalt de drum naar de voorgrond en worden de kinderen vervangen door Flynn die uit volle overtuiging hetzelfde zingt: "this is who we are / this is what I am / we have nowhere else to go / divided we will stand". Dit is een metal-track met hardcore sentiment. Flynn heeft in een interview gezegd dat het vooral voor hemzelf geschreven is, maar tegelijk is dit een onvermijdelijke strijdkreet voor alle metalheads over de wereld. Halverwege vallen Duce en Demmel Flynn bij: "this is who we are / this is what I am / we have nowhere else to go / divided we will stand". De overtuiging groeit, helemaal als er een über-metalzanglijn voorbijkomt als "into glory we will ride!", dat dit wel eens een live-favoriet kan worden. Naast de overtuigende tekstuele impact bestaat 'Who We Are' namelijk uit een potje fenomenale riffs en drums en voortstuwende baslijnen. Een mooie afsluiter van deze onwaarschijnlijke plaat.


Machine Head heeft door de jaren heen bewezen een metalband te zijn om rekening mee te houden. Natuurlijk met hun inmiddels legendarische debuut Burn My Eyes, maar toch ook met hun vaak afgekraakte albums eind jaren negentig en begin 2000. Hun terugkeer naar de voorhoede van de metal kwam met Through the Ashes of Empires, hun geweldige plaat uit 2003. Met The Blackening creëerden de heren uit Oakland, CA een mijlpaal. Dat album kan gezien worden als een blauwdruk van wat metal allemaal is en allemaal kan zijn. Hard, snel, melodieus, prachtig, bruut, verwoestend. The Blackening zette Machine Head definitief naast Metallica als grootste en beste metalband aller tijden. De grote vraag bij een ieder was: wat nu? Wel, nu is er Unto the Locust. Machine Head bewijst met dit album nog steeds te kunnen groeien, nog steeds beter te kunnen worden en tracks te kunnen schrijven die muzikaal en tekstueel zo enorm sterk zijn dat er naar mijn bescheiden mening niemand meer is die daar aan kan tippen. Unto the Locust is een meesterwerk (ja, ik gebruik inderdaad dat woord) en Machine Head heeft bewezen de Champions League ontgroeid te zijn, Metallica ontgroeid te zijn. Machine Head is in a league of their own.

Oordeel: 9,8/10

vrijdag 5 augustus 2011

Korte film reviews-The Tree of Life, The Trip and Pina



The Tree of Life (Terence Malick, 2011)
Terence Malick staat bekend als een aparte filmmaker. Hij heeft in veertig jaar tijd slechts een handvol films geregisseerd, maar vrijwel al zijn films worden als meesterwerken beschouwd. Dit jaar stond hij in de schijnwerpers met zijn film The Tree of Life, die op het afgelopen Cannes Film Festival de Palm d’Or in de wacht heeft gesleept.

Ondanks sterren als Brad Pitt en Sean Penn is dit absoluut geen Hollywoodfilm en mensen die zo’n film verwachten zullen zwaar op de proef worden gesteld bij het kijken ervan. De film moet meer als een soort visuele en spirituele trip worden gezien. Een verhaal over opgroeien, over familieleven, over mensen, wordt afgewisseld met grote vragen over Het Leven Zelve, wat in deze film bestaat uit existentiële vragen aan God en uit beelden van de evolutie van het universum en onze aarde.

De evolutionaire beelden zijn werkelijk prachtig en National Geographic waardig. Ook de rest van de film is apart geschoten en een waar visueel spektakel. Er zit een zekere lineariteit in het verhaal, maar verwacht geen simpele vertelling en al helemaal geen uitleg. The Tree of Life is een film die je in het hart raakt met beelden en vragen en je doet beseffen dat een ieder het in eigen hand heeft om te genieten van het leven. Zorg ervoor dat de schoonheid van kleine en grote dingen binnen jouw blikveld valt en laat de donkere kanten van het bestaan niet je hele wezen verduisteren. The Tree of Life is  een visueel spektakel en een zeer bijzondere filmervaring van twee en een half uur waar je even de tijd voor nodig hebt om alles te kunnen verwerken. Naast het visuele aspect speelt ook muziek in deze film van wezenlijk belang. We horen veel klassieke stukken, waaronder het prachtige Lacrimosa 2 van Zbigniew Preisner, en de muziek creëert een gevoel van vervreemding en speelt een belangrijke rol in het ontstaan van een gevoel van spirituele euforie. Zoals goede kunst betaamt, kan deze film je visie op het leven een beetje beïnvloeden. Ik ga zeker op herhaling.

Oordeel: 9/10





The Trip (Michael Winterbottom, 2011)
Dit keer geen visuele trip, maar een letterlijke trip -een soort roadmovie door het Noord-Engelse landschap langs verschillende restaurants. De reizigers? Twee Engelse komieken die eigenlijk zichzelf spelen: Steve Coogan en Rob Brydon. Coogan gaat op een trip door Engeland en aangezien zijn vriendin naar Amerika is gevlucht, komt hij uit bij Brydon, een oude vriend, om hem te vergezellen. Er gebeurt weinig tot niets in dit verhaal, wat tegelijk de charme als een minpunt is. Mannen die wel eens lange tijd met een vriend hebben opgetrokken zullen veel dingen herkennen, zoals onnozel liedjes meeneuriën en onzin ouwehoeren, maar wellicht dat dit ook voor vrouwen geldt.

De beelden van het landschap zijn mooi en hetzelfde geldt voor eten dat de heren in de restaurants voorgeschoteld krijgen. Wat Winterbottom in deze film vooral laat zien is de onzekerheid achter de komiek, welke vorm krijgt in de onderlinge ‘rivaliteit’ tussen de twee vrienden Coogan en Brydon. Het gebrek aan dramatische wendingen zorgt ervoor dat de film enigszins langdradig kan aanvoelen, maar tegelijk ook realistisch, want in het echte leven vinden er ook niet altijd dramatische wendingen plaats. Een aardige film, zonder pretenties.

Oordeel: 6,5/10






Pina (Wim Wenders, 2011)
De Duitse regisseur Wim Wenders was bezig aan een documentaire over de beroemde choreografe Pina Bausch, toen zij onverwacht overleed. Na een periode van rouw en verdriet besloten Wenders en de dansers die met Bausch samenwerkten om toch de film af te maken. Het werd uiteindelijk niet zozeer een documentaire, maar veeleer een eerbetoon aan dans in het algemeen en Pina Bausch in het bijzonder. De film is een visueel spektakel met prachtige dansuitvoeringen, die op een mooie manier in beeld zijn gebracht.

De verschillende dansers en danseressen blikken in enkele zinnen terug op hun herinneringen aan Pina en zo krijgen we een beeld van een zeer gedreven choreografe die heel haar hart en ziel in dans stopte. Let wel: het gaat hier niet om ‘So You Think You Can Dance’- of ‘Save the Last Dance’-achtige vormen van dans. Geen competitieve streetdance of meer van dat soort kul, maar dans als poëzie, als uitdrukkingsvorm van intense emoties waar geen woorden voor zijn. Dans als noodzaak, niet om indruk te maken op die lekkere gozer.

Er is aandacht voor het beroemde stuk Café Müller, gecreëerd door Pina Bausch, maar ook voor het klassieke Le Sacre du Printemps. Daarnaast zijn er nog zeer indrukwekkende opnamen van verschillende dansen op erg mooie locaties. Het geheel is in 3D gefilmd, wat in eerste instantie even wennen is, maar uiteindelijk zeker een toegevoegde waarde heeft. De dansers komen vanuit de filmwereld echt de zaal in en vooral de close-ups van de gezichten zijn fenomenaal om te zien. Ook in deze film krijgen we prachtige muziek uit verschillende culturen te horen. De muziek speelt een bijna even grote rol als de beweging, als de dans. Als documentaire is de film Pina allicht niet erg geslaagd, maar uiteindelijk heeft Wenders ook geen documentaire meer willen maken. Als een prachtige visuele film over dans is Pina absoluut wel geslaagd. Gaat dat zien.

Oordeel: 8,5/10


 



dinsdag 2 augustus 2011

De verboden toespraak van Jean Ziegler

Hierbij de toespraak van de voormalig speciaal VN-raporteur voor het recht op voedsel (2000-2008) Jean Ziegler (vertaald door De Wereld Morgen), die hij zou geven tijdens de Salzburger Festspiele. Op het laatste moment werd door de organisatie besloten de toespraak van Ziegler te schrappen. Naar eigen zeggen komt dat, omdat de sponsoren het niet eens waren met zijn tekst.  Hij zegt een paar rake dingen.

Ik post hier de tekst met dank aan De Wereld Morgen, omdat ik van mening ben dat meer mensen kennis zouden moeten nemen van de inhoud.


---



Zeer vereerde dames en heren,

Elke vijf seconden sterft een kind jonger dan tien jaar van de honger. Elke dag verhongeren 37.000 mensen en bijna een miljard mensen zijn permanent ernstig ondervoed. In datzelfde wereldvoedselrapport van de FAO (de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN) - waar elk jaar deze cijfers in staan – is ook te lezen dat de landbouw in zijn huidige fase van ontwikkeling perfect in staat is om het dubbele van de wereldbevolking normaal te voeden.

Conclusie: er is geen objectief gebrek, er is ook geen fataliteit voor deze dagelijkse slachtpartij van de honger die in ijzige normaliteit voortgaat.

Een kind dat van honger sterft, werd vermoord.

Sterven gebeurt overal op dezelfde manier. Of het nu in de Somalische vluchtelingenkampen is, in de sloppenwijken van Karachi of de slums van Dhaka, de doodsstrijd doorloopt dezelfde etappes.
Bij ondervoede kinderen zet het verval zich na enkele dagen door. Het lichaam gebruikt eerst de suiker- en dan de vetreserves op. De kinderen worden lethargisch en dan almaar magerder. Het immuunsysteem gaat onderuit.

Diarree versnelt de uitputting. Mondontstekingen en infecties aan de  ademhalingswegen veroorzaken verschrikkelijke pijnen. Dan begint de roofbouw van de spieren. De kinderen kunnen niet meer overeind blijven. Hun armen bengelen krachteloos naast hun lijf. Hun gezicht wordt als dat van oude mensen. Dan volgt de dood.

De omstandigheden die leiden tot deze duizendvoudige pijnen zijn echter gevarieerd en vaak complex.
Kijk bijvoorbeeld naar de tragedie die zich momenteel in Oost-Afrika afspeelt. In de savannes, vlakten of bergen van Ethiopië, Djibouti, Somalië en Noord-Kenia zijn 12 miljoen mensen direct met honger bedreigd. Al vijf jaar zijn de oogsten er ontoereikend. De bodem is hard als beton. Naast de droge waterputten liggen uitgedroogde runderen, geiten, ezels en kamelen. De vrouwen, kinderen of mannen die nog enige kracht hebben, zijn op weg naar de kampen die door de UNHCR, het VN-agentschap voor Vluchtelingen, zijn opgezet.

Bijvoorbeeld naar het kamp in Dadaab op Keniaans grondgebied. Daar verdringen zich al drie maanden meer dan 400.000 hongervluchtelingen. De meesten komen uit het naburige Zuid-Somalië waar de met Al Qaeda gelinkte Al-Shabaab-milities strijd leveren. Sinds juni treden dagelijks 1.500 nieuwe vluchtelingen uit de ochtendnevel. In het kamp is al lang geen plaats meer. De poort in de omheining van prikkeldraad is gesloten. Voor de poort voeren de VN-ambtenaren een selectie door. Slechts enkelingen die nog een levenskans hebben, komen er door.

Het geld voor een intraveneus dieet – dat een kind als het er niet te erg aan toe is, er in twaalf dagen kan bovenop brengen – ontbreekt. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de VN dat de voedselnoodhulp moet verzorgen, vroeg op 1 juli een bijzondere bijdrage van 180 miljoen euro aan de VN-lidstaten. Er werd slechts 62 miljoen euro gestort. Het normale budget van het Wereldvoedselprogramma bedroeg in 2008 zes miljard dollar. In 2011 is dat gezakt tot 2,8 miljard dollar.

Waarom? Omdat de rijke donorlanden – in het bijzonder de EU-landen, de VS, Canada en Australië – miljarden euro en dollar moesten betalen aan hun lokale banken: om het interbancair krediet terug op gang te brengen en om de speculatiebandieten te redden. Voor de humanitaire noodhulp en de reguliere ontwikkelingshulp bleef en blijft er bijna geen geld over.

Door de ineenstorting van de financiële markten hebben de hefboomfondsen en andere grootspeculanten zich op de landbouwgrondstoffenbeurzen gestort (zoals de Chicago Commodity Stock Exchange). Met termijncontracten en futures drijven ze de basisvoedselprijzen naar astronomische hoogten. Een ton graan kost vandaag 270 euro op de wereldmarkt. Die prijs lag een jaar geleden ongeveer op de helft. Rijst steeg met 110 procent. Maïs met 63 procent.

Wat zijn de gevolgen? Ethiopië, noch Somalië, Djibouti of Kenia kunnen voedselvoorraden aanleggen. Hoewel de ramp al vijf jaar eerder voorspeld werd.

Daarbovenop komt nog dat de landen in de Hoorn van Afrika gebukt gaan onder hun buitenlandse schuldenlast. Voor infrastructuurwerken ontbreken de middelen. In Afrika ten zuiden van de Sahara is slechts 3,8 procent van de bebouwbare grond geïrrigeerd. In Wollo, Tigray en Shoa in het Ethiopische hoogland of in Noord-Kenia en Somalië is dat nog minder. De droogte doodt ongestoord. Deze keer zal ze vele tienduizenden slachtoffers maken.



Veel rijken, grootbankiers en CEO's van deze wereld komen samen in Salzburg. Zij zijn de veroorzakers en de meesters van de kannibalistische wereldorde.

Wat is mijn droom? De muziek, de poëzie – kortweg de kunst – brengen de mens buiten zichzelf. De kunst heeft wapens die de analytische geest niet heeft: ze prikkelt de toehoorder, dringt door de dikste betonlaag van het egoïsme, de vervreemding en de afstand.

Zij treft de mensen in hun innerlijk, beweegt hen tot onverwachte emoties. En plots breekt de verdedigingsmuur. De neoliberale winstwaan valt in stof en as.

In het bewustzijn dringt de realiteit, ook de stervende kinderen, door.

In Salzburg kunnen wonderen gebeuren: het ontwaken van de meesters van de wereld. De opstanding van het geweten.

Maar geen angst, die wonderen zullen in Salzburg niet gebeuren.

Ik word wakker. Mijn droom kan niet onrealistischer zijn. Het kapitaal is overal en altijd sterker dan de kunst. Onsterfelijke reusachtige mensen, zo noemt Noam Chomsky de concerns. Vorig jaar – zo zeggen de statistieken van de Wereldbank – controleerden de 500 grootste privébedrijven 52,8 procent van het bruto nationaal product of alles wat er in één jaar aan wereldrijkdom wordt geproduceerd.

De totaal ontketende, totaal ongecontroleerde winstmaximalisatie is hun strategie. Het maakt niet uit wie er aan het hoofd staat van het concern. Het gaat niet om zijn gevoelens of zijn kennis. Het gaat om het structurele geweld van het kapitaal. Is hij onvoldoende productief? Dan wordt hij van het directieniveau verdreven.

Tegen de ijzeren wet van de kapitaalaccumulatie zijn zelfs Beethoven en Von Hofmannsthal machteloos. “L'art pour l'art”, schreef Théophile Gautier in het midden van de 19de eeuw. De stelling van de autonome kunst die los staat van elke sociale werkelijkheid beschermt de machtigen voor hun eigen emoties en de eventuele verandering van hun hart.

De hoop ligt in de strijd van de volkeren in het Zuiden, van Egypte en Syrië tot Bolivia en in de geduldige en nauwgezette opbouw van een radicale oppositie in de westerse landen.

Kortom, in de actieve, consequente, coherente, democratische organisatie van revolutionair antigeweld. Er is leven voor de dood. De dag zal komen dat mensen met elkaar zullen leven in vrede, rechtvaardigheid, rede en vrijheid, bevrijd van de angst voor materiële nood.

Moeder Courage, uit het gelijknamige toneelstuk van Bertolt Brecht legt die hoop uit aan haar kinderen:

“Es kommt der Tag, da wird sich wenden.
Das Blatt für uns, er ist nicht fern.
Da werden wir, das Volk, beenden
Den großen Krieg der großen Herrn.
Die Händler, mit all ihren Bütteln
Und ihrem Kriegs- und Totentanz
Sie wird auf ewig von sich schütteln
Die neue Welt des g‘meinen Manns.
Es wird der Tag, doch wann er wird,
Hängt ab von mein und deinem Tun.
Drum wer mit uns noch nicht marschiert,
Der mach’ sich auf die Socken nun."


Dank u,

Jean Ziegler