maandag 10 september 2018

Recensie: PONI (NL)

Het uit Tilburg afkomstige eenmansproject PONI toont aan dat verschillende genre-paden bewandelen niet hoeft te leiden tot kwaliteitsverlies. Integendeel.

Stel je een lichtvoetige versie voor van Sunn O))). Juist, dat is dus nog steeds verdomd laag en zwaar. Maar dan met een zang die ver verwijderd is van die van Attila Csihar en dichter ligt bij een versie van Mark Kozalek die gevangen zit tussen new wave en no wave. Maar ook: een Jason Molina die hier en daar verweven lijkt te zijn met gitaardraden, niet geweven door Ariadne, maar door Emma Ruth Rundle haarzelf. Het Tilburgse PONI toont ons vele gezichten die ons allen doen kwijlen van plezier.



De genre-gebonden recensent zou met de handen in het haar uitroepen dat er een grens is aan het aantal verschillende genres dat in een recensie gepropt kan worden. 'Nou komt ie ook nog met glitchy doom elektronica en vage space-fuzz op de proppen!' Juist, PONI, waarachter het heerschap Tjeerd van Erve lijkt schuil te gaan (een beetje mysterie kan nooit kwaad), is eigenlijk gewoon een muzikale klootzak. Zo eentje die je steeds op het verkeerde been zet en die daarvoor bijna een veroordeling verdient, maar voordat je dat beseft blijkt hij je eigenlijk juist steeds op het fijne been te zetten. Het been waar je liever nog wat langer op staat, gewoon omdat het fijn is. Tot PONI je weer terug laveert naar dat andere been dat wil dansen, om je vervolgens gewoon op je kont neer te ploffen. Maar het maakt in feite ook geen kloot uit: liggend, hangend, lopend, peinzend, dansend (naakt! in de ochtend! met de gordijnen open! tot je buurvrouw van 79 je met lichte doch enigszins opgewonden minachting aanstaart door de ramen), zittend, denkend, mijmerend, in het niets starend - PONI brengt je als een volleerd yoga-leraar van positie naar positie en elke positie zorgt ervoor dat je je wat beter voelt dan voorheen.


Allicht het meest frustrerende aan de muziek van PONI is dat bovenstaande vergelijkingen met andere artiesten slechts dienen als aanknopingspunt voor de luisteraar, om direct enige duiding te willen en kunnen geven. Want eigenlijk staat PONI los van deze andere muzikanten. Daarvoor is hij te ongrijpbaar, grijpt hij je teveel bij de kloten en kietelt hij te fijn vervreemdend aan je lurven. Zo iemand die je tot nadenken aanzet, waarbij je vervolgens tijdens dat nadenken erachter komt dat je eigenlijk meer aan het voelen bent. En vervolgens daar dan weer over peinst... Wat een toestand! Maar wel eentje waarbij we ons gelukkig prijzen dat we er in mogen rondwentelen. 'Er staan nog 90 andere nummers online', weet de beste man nog mede te delen. Al dat we daarop kunnen antwoorden (al is het zachtjes, binnensmonds mompelend, om niet te gretig te klinken): mag het nog ietsje meer zijn? Alsjeblieft..?